Over de Camino Primitivo naar Santiago de Compostella en daarna door naar Finisterre
Ik loop achter met bloggen. Veel te mooi weer om achter de computer te zitten in de vrije tijd. Maar vandaag een grijze dag na de stortregens van gistermiddag. Dus een goed moment om mijn verslag van de Camino Primitivo te maken. Mijn derde pelgrimstocht naar Santiago de Compostella , deze keer door groen en bergachtig noordwest Spanje, startend in Oviedo. 2 dagen loopt het traject op met de drukke Camino Frances, ik vond het dan ook heerlijk, dat ik tijd genoeg had om door te lopen naar Finisterre en daar mijn tocht af te sluiten. Totaal ca 515 km gelopen in 19 dagen. Dit is alles bij elkaar, zoals geregistreerd door een app op mijn telefoon. Dus inclusief loopjes om een plaats te bekijken, nadat ik op de bestemming was aangekomen. Toch 27 km per dag gemiddeld, terwijl ik geen lange etappes gelopen heb vanwege de warmte op het eerste deel. Wel door de warmte een paar kleine blaren, maar geen echte problemen op fysiek gebied.
3 weken onthaasten, inmiddels heb ik al weer 4 weken gewerkt, maar toch zit het nog in mijn systeem. En als ik naar de foto’s kijk, komen de herinneringen weer boven. Lopen jullie met me mee?
2x eerder liep ik een pelgrimsroute naar Santiago de Compostella : in 2000-2001-2002 de Via Podensis en Camino Frances vanaf le Puy-en-Velay, en in 2009-2010 liep ik de Via de la Plata vanaf Sevilla. Nog 1 route stond op mijn verlanglijstje, de Camino Primitivo. Het is een korte route, waardoor ik tijd genoeg had om deze keer door te lopen naar Finisterre aan de kust. Ik had me zelf 3 weken vrij gegeven, hoefde me niet te haasten. Dat was maar goed ook, want de eerste helft was het veel warmer dan verwacht, maximum temperaturen van 34-36 graden, waardoor je geen lange etappes kon lopen.
De Camino Primitivo is de oudste pelgrimroute naar Santiago de Compostella. Alfonso II, koning van Asturias zou in het jaar 814 als eerste deze route gekozen hebben voor zijn tocht naar Santiago de Compostella. Daar aangekomen bouwde hij een kerk over het graf van de Apostel Jacobus en gaf daarmee de aanzet voor het pelgrimeren naar Santiago. Een traditie die tot op de dag van vandaag onverminderd door gaat. Tijdens deze periode was bijna het gehele Iberische schiereiland in handen van de Moren. Voor vele honderden jaren vormde de Camino Primitivo hoog door de Cantabrische bergen dan ook de enige veilige route naar Santiago.
Deze route is zwaarder dan de Camino Frances, omdat je door bergachtig gebied loopt. Nergens echt steil, of gevaarlijk of moeilijk, wel inspannend, want veel op en neer. Zeer goed gemarkeerd, ook de relatief lange etappe over Hospitales, waarvan in de boekjes staat, dat je dit alleen bij goed weer moet doen en een zeer ervaren bergwandelaar moet zijn “die weet hoe je moet overleven”. Ik zou hier niet bij kans op onweer of echt slecht weer gaan lopen, maar als je een goede conditie hebt, en genoeg te drinken en eten mee neemt, dan is het goed te doen, ook bij wat mist, want de route is erg goed gemarkeerd. Voor deze etappe is overigens een alternatief via Pola de Alande , dan moet je net zo veel stijgen, maar kun je onderweg ergens overnachten.
Ik begon mijn tocht in Oviedo. Er zijn ook veel mensen, die eerst (een deel van ) de Camino del Norte lopen , en dan vanaf Villaciosa doorsteken naar Oviedo. Omdat ik niet van plan ben de Camino del Norte te gaan lopen, en ik ook maar 3 weken tijd had, heb ik daar niet voor gekozen. Ik ben op Santander gevlogen vanaf Weeze , daarna met de bus naar Oviedo. Prima te doen. In Santander al mijn eerste ontmoeting met een pelgrim, had een paar uur over dus tijd om te lunchen op en terras. De ober was onder de indruk van mijn (zeer beperkte ) caminospaans, dus of ik maar even wilde tolken voor een man, die de menukaart niet begreep. Deze man vroeg later weer mijn hulp, begreep het niet: wilde maar 1 glas wijn en kreeg een hele fles op tafel, zoals wel vaker gebeurt in Spanje. Het leidde er toe, dat ik hem vroeg bij mij aan tafel te komen zitten, we hadden een paar leuke uren. Hij kwam uit Ierland, had de Camino Primitivo gefietst en nog wat dagen over. In Nederland zou je dat niet snel doen, een onbekend iemand vragen om bij je aan tafel te komen zitten, die al aan een ander tafeltje is gaan zitten. Op de Camino dus wel.
In Oviedo had ik een hotelletje geboekt voor 2 nachten (hotel Ovetense, vlak bij de kathedraal, prima prijs kwaliteit verhouding) , zodat ik niet gehaast op weg ging , tijd had om de volgende dag de stad te bekijken en een paar prachtige preromaanse kerken vlak buiten de stad. Ik was heel blij, dat ik dat gedaan had, deze kerkjes kun je ook bezichtigen door een korte omweg te maken van de gemarkeerde route op je eerste wandeldag, maar dan had ik er veel minder tijd voor genomen (nu ben ik er een halve dag geweest) , en ze waren wonderschoon. Ook Oviedo zelf is een leuke stad, en het was lekker weer om op een terrasje te zitten. Sidra (cider) is de lokale drank, je krijgt een fles, en de ober komt steeds met een grote boog wat in je glas gieten, er moet lucht bij komen. De terrassen zitten aardig vol, ook met Spanjaarden. Dat had ik niet verwacht gezien de recessie. Wel veel bedelaars, komen ook de terrassen langs, zien er soms keurig uit, of geven een briefje, dat ze werk zoeken/ geen huis hebben .
Maandag 22 juni 2015, Oviedo, bezoek Santa Maria del Naranco en San Miguel de Lillo
Na het ontbijt , dus voordat het heel warm werd, maakte ik een wandeling naar 2 ca 5 km buiten de stad gelegen uit de 9e eeuw stammende kerkjes gelegen op een heuvel. De onderste, de Santa Maria del Naranco, was oorspronkelijk bedoeld als uitzichtspunt van een paleis. De bovenste, aan de aartsengel Michael gewijd, was voor een aardbeving in de 12e of 13e eeuw 3x zo groot, maar nog steeds indrukwekkend. In dit kerkje waren ook nog fresco’s te zien, het is veel donkerder dan het eerste kerkje, wat bij de bouw ook niet als kerk bedoeld was.
Als je aan komt lopen, is het een indrukwekkend gezicht. Het was een beetje nevelig, daardoor leek het nog mystieker. De beide kerkjes zijn op bepaalde tijdstippen ook van binnen te bezichtigen, even wachten op de man met de sleutel dus. Er waren wel een paar groepen, maar als die weg zijn, kun je in alle rust de buitenkant bekijken.
De laat gotische kathedraal van San Salvador van Oviedo is een bezoek ook zeer de moeite waard. Deze kathedraal was ook een pelgrimsoord , met een beroemd houten beeld van San Salvador, en heilige kamer (Camera Sancta) met zeer veel relieken (lijkwade van Jezus, splinters van doornenkroon en kruis etc) , en veel kunstschatten.Het is een aanrader om hier de audiorondleiding te nemen, op die manier hoor je veel interessante wetenswaardigheden.
Dinsdag 23 juni 2015: naar San Juan de la Villapenada
Het regende , toen ik op stond. Dit werd 1 van de 3 keren deze tocht, dat ik kortdurend in regenjas liep.Regenbroek heb ik helemaal nooit aan gehad. Ik was ook expres in dit jaargetijde gaan lopen, omdat het dan niet zo vaak regent. Gemiddelde maximumtemperatuur voor juli vlgs de statistieken 25 graden, dat was dit jaar wel anders, het was nog juni maar regelmatig rond de 35 graden.
Na het ontbijt naar de kathedraal om daar echt te starten met de camino. Een voorbijganger mij laten fotograferen, met een omhelzing van deze mij onbekende man ging ik op pad. Het was direct vrij inspannend deze eerste dag, omdat de lucht vochtigheid zo hoog was, het warm was, en er veel gestegen moest worden. Je was wel vrij snel de stad uit, mooi groen landschap.Veel holle wegen, bosjes, riviertjes en kleine dorpjes. Het ruikt naar eucalyptus .
Deze eerste dag had ik nog de puf om de verrekijker te voorschijn te halen om naar vogels te kijken. O.a. de sprinkhaanzanger gezien en gehoord. Later deze reis nam ik de moeite niet meer: te warm. Mogelijk door de hitte ook weinig (bijzondere) vogels gezien. Mn ook opvallend weinig roofvogels. Wel een aantal keren een hop gezien en gehoord, dat vind ik altijd wel heel leuk.
Veel bloemen bij de huizen, o.a. veel hortensia’s, een teken dat het hier genoeg regent. Onderweg 2x koffiestop bij een barretje. Bij de eerste koffie een tijdje gekletst met Artur uit Barcelona, die ik daarna die dag steeds weer tegen kwam.
Omdat het zo warm was, overwoog ik te stoppen in Grado. Maar dan had ik in een hotelletje gemoeten, en ik vond de plaats niet aantrekkelijk. Na een blikje cola had ik genoeg energie om nog even door te lopen verder omhoog naar San Juan de la Villapenada waar een goede albergue was (totaal ca 31 km gelopen) . Een passerende boer kwam me 2x zeggen, waar ik moest afslaan. Het was mooie herberg, goed geoutilleerd, en erg netjes en Domingo de hospitaliero maakte ook nog pasta en salade voor ons klaar. Gezellige avond in internationaal gezelschap: pelgrims uit België, Frankrijk, Spanje, Australië, en Korea.
Woensdag 24 juni 2015 : naar Salas
Slecht geslapen, ook al was iedereen heel stil en werd er niet gesnurkt: bedompte ruimte, er bleef licht branden en de koelkast sloeg steeds aan. Fijne wandeling over bospaadjes en langs riviertjes of weitjes. De huizen onderweg zijn soms opvallend gekleurd.
Koffiestop met tortilla in Cornellana. Daar is een oud klooster, is in slechte staat. Onderweg ook de eerste horrero’s, graanschuren op poten, zodat de muizen er niet bij kunnen. Je ziet ze veel in Gallicië, maar blijkbaar ook in Asturié.
Besloten te stoppen in Salas na 23 km. Leuk plaatsje en had gisteren in bed wat last van 1 knie, en heb ook weer een open plekje bij het litteken op mijn enkel, de eerste dagen maar niet te lange etappes maken. Ik sliep in Albergue la Campa de Miguel, een wat rommelige maar verder prima privéherberg. En aardig dat ik een kamer voor me alleen kreeg, dus lekker geslapen.
Donderdag 25 juni 2015 : naar Tineo
De derde loopdag , en voelde zwaar. Heb dan ook maar 22 km gelopen naar Tineo. Het was ontzettend warm. Onderweg zie je af en toe opschriften om je aan te moedigen, net als bij wielrennen op de weg. Die had ik vandaag wel nodig, ik was niet vooruit te branden. Ook de 3 Mexicanen, die gisteren in zelfde herberg hadden overnacht, maakten een vermoeide indruk.
De route was wel mooi landelijk. Het fijne van deze route is, dat je vrijwel niet over of langs drukke wegen loopt, veel bospaadjes, paadjes langs weilanden, en rustige weggetjes.
Het is ook een veeteeltgebied, net als in Gallicië, waar ik later kwam. Het verweiden van de koeien bracht jeugdherinneringen boven.
Besloten dus in Tineo te blijven slapen. Er waren daar verschillende mogelijkheden, ik koos voor de in het centrum gelegen particuliere herberg in de kelder van het luxe Palacio Meras hotel. Ik bleek daar de enige te zijn die nacht, had de sauna en ander luxe sanitair voor me alleen. Saaie herberg, maar wel erg comfortabel.
Particuliere herbergen zijn vaak 10 euro voor een bed (geen ontbijt), de herbergen van de gemeente of de Xunta in Gallicië 5 of 6 euro voor een bed. Ontbijt zit er nooit bij in, daar kun je zelf voor zorgen, maar de meesten eten wat in de eerste bar, die open is. Spaans ontbijt is koffie met toast met jam. Dat kun je natuurlijk uitbreiden met heerlijk vers geperst sinaasappelsap.
’s Avonds in het hotel het menu Peregrino gegeten. Weinig andere pelgrims gezien de rest van de dag, wel bleek de volgende dag , dat meer mensen hier gestopt waren om uit te rusten, en sommigen in een hotelletje hadden geslapen.
Vrijdag 26 juni 2015: naar Borres
Een heel prettige wandeling, niet te steil, of te warm. Korte etappe, maar 19 km (incl. een paar heen en weertjes) , dit omdat ik de dag erop de hoge route over Hospitales wil lopen en er geen andere overnachtingsplek tussendoor is. Ik denk dat het ook zo prettig liep, omdat ik weer goed uitgerust was. Het eerste stuk langs een beboste helling, geleidelijk stijgend met prachtige vergezichten op het dal met nevels.
Daarna door de velden over mooie paadjes. Onderweg overal bloemen, vlinders. Veel roodborsttapuiten te zien en te horen, kwartels gehoord en een hop.
In het dorpje Campiello kun je overnachten bij Herminia , of boodschappen doen voor de volgende dag en lunchen bij Casa Ricardo. Dat laatste heb ik gedaan, koffie , sinaasappelsap, bocadillo met tortilla (omelet met aardappelschijfjes) , heerlijk. Heel fijne plek en een winkeltje, waar van alles te krijgen is. Ik zat aan tafel bij en liep verder op met Louis, een docent natuurkunde uit Madrid.
Het was daarna niet ver meer naar Borres (3 km). Al kletsend liepen we echter wel te ver, we passeerden een bar, mistten de afslag naar de herberg, liepen het dorp al weer uit, omhoog. Inmiddels was het wel erg warm geworden, en ik vertrouwde het niet. Op mijn iphone heb ik een app van de camino primitivo met de route in google maps. Met een internet buitenlandbundel kun je dan af en toe kijken hoe ver je nog moet. We waren al te ver dus, dus terug richting herberg .
De herberg is primitief (1 slaapzaal, 2 douches, geen keuken) en wordt ook niet dagelijks schoon gemaakt. Overal lagen dode vliegen. Dat zagen we echter pas later, je moest de sleutel in de bar halen, dus rugzakken laten staan en naar de bar.
Inmiddels waren Beany, Aaron en Annette (een echtpaar en de zus van de vrouw), Mexicanen, die in de VS wonen, ook gearriveerd. We hebben daarna uren in de bar El Barin de Borres zitten kletsen, eten en drinken. Gloria maakte lekkere salade, tapas en torillas klaar, de wijn en het bier smaakten goed. Er kwamen meer mensen bij, oa Mart uit Estland, die wel erg lange etappes liep (50 km per dag, later werd hij echter ziek en haalden we hem zelfs in, ook grote sterke mannen moeten naar hun lichaam leren luisteren en leren loslaten) . Een ontzettend gezellige middag.
Zaterdag 27 juni: naar Berducedo via Hospitales
Vandaag de etappe, die als zwaarste te boek staat. Helemaal niet zo ver, ik heb vlgs mijn telefoon maar 27 km gelopen (vlgs routeboekje is het 25 km). Wel veel stijgen en dalen (ik schat iets van 1000 m stijgen en 700 dalen) en onderweg tot bijna op het laatst geen bar of huizen. Dus 4 liter drinken mee genomen (3 liter water en 1 cola) wat schoon op ging, ik was blij dat ik in Lago nog weer wat water kon innemen en een colaatje drinken, alvorens de laatste 4 km af te leggen naar de herberg in Berducedo.
Je kunt ook over Pola de Allande gaan, dan is er onderweg een pelgrimsherberg, heb je een minder lang traject zonder voorzieningen. Gisteren waren we nog een in de buurt wonende oudere spanjaard tegen gekomen, die ons adviseerde dat te doen. Maar daar had ik geen zin in, verheugde me juist op deze etappe.
Ik vertrok om ongeveer half 7, dan is het net licht genoeg. Vroeger vertrekken heeft geen zin, dan mis je de markering. Een oudere Spanjaard stond altijd om 5 uur op, maakte dan iedereen wakker met zijn geritsel en verdwaalde dan regelmatig (1x zag hij zelfs kans aan de verkeerde kant van een stuwmeer terecht te komen, werd met een bootje over gezet)
Het was mistig onderweg, je liep door de wolken omhoog van Borres op 629 m naar het hoogste punt op 1216 m. De route was goed gemarkeerd, en het waren prima paden. Waar je een weiland moest oversteken, stonden zoveel paaltjes met gele pijlen, dat je ook daar niet mis kon lopen. Soms trok de nevel op en doken er koeien en paarden op.
Onderweg restanten van vroegere pelgrimshospitaals. Het moet heel anders geweest zijn om hier vroeger te lopen, toen had je nog geen markering, hadden mensen veel minder goede schoenen etc.
Op een gegeven moment liep je een stuk over een hoogvlakte. Hier de eerste mens van die dag ontmoet, ik werd ingehaald door Mart. Ook hier kwam ik weer in de wolken. Onderweg was dan ook weinig te zien van een meertje, waarin de koeien verkoeling zochten.
Het was regelmatig een stuk dalen, en dan weer stijgen, o.a. ook langs met heide begroeide hellingen. Warm zo zonder bomen.
Bij het kerkje van het grotendeels verlaten bergdorp Montefurado heb ik in de schaduw gepauzeerd. Ik had nog genoeg te drinken. De Mexicanen haalden me hier in, gingen water vragen bij een man, die hier woonde. Deze ging nogal tegen hen te keer, gaf aan, dat ze zich beter hadden moeten voorbereiden. Dat hadden ze echter gedaan, 3 liter water pp mee, maar dat was niet genoeg. Zelf had ik 4 liter mee . Gelukkig mochten ze hun flessen wel vullen, want het was erg warm het traject naar de bar bij Lago, waar we op het terras neer zegen.
Daarna was het nog maar 4 km tot Berducedo. Hier waren weer 2 herbergen, ik ging in de eerste, de gemeentelijke. Mijn ritueel is dan: even zitten en wat drinken, douchen, kleren wassen en dan naar een barretje of voor de herberg zitten, wat kletsen en lezen. Wat me opvalt is dat de herbergen wel steeds luxer worden, ofwel er is vaak een wasmachine en een wasdroger, welke je tegen betaling kunt gebruiken. Warm water is er altijd. Mijn eerste camino waren we erg blij met warm water, dat was er bijna nooit, en een wasmachine of droger al helemaal niet.
Hier in het dorp 2 barren, bij 1 kon je eten of je kon zelf koken. Eten was niet geweldig, wel voedzaam en veel.
Zondag 28 juni 2015: naar Castro
Geen ontbijt, beide barretjes blijken ivm de zondag pas laat open te gaan. Ach , op water en een appel kun je dag ook prima beginnen. Deze dag weer een heel andere wandeling. Als ik in de verte een helling met windmolens zie, weet ik al hoe laat het is: dat wordt klimmen. En ja hoor, het eerste stuk valt nog wel mee, en naar het dorpje la Mesa zelfs eerst nog dalen , daarna langs de kapel van Buspol omhoog. Onderweg zie je hier steeds menhirs als afscheiding gebruikt worden van de weilanden. Door een mistig stuk heide en daarna steil omhoog. Ik loop alleen, kan ik mijn eigen tempo aanhouden, dat kost het minste energie. Onderweg kom je elkaar echter steeds weer tegen. Per dag op deze route ca 20 personen onderweg. En slaapplaatsen genoeg, dus je hoeft vooraf niks te bespreken (kan alleen bij particuliere herbergen of hotelletjes) en kunt je etappe lengte laten afhangen van de vorm van de dag/ het weer. Herbergen komen er steeds meer bij, ook deze route wint aan populariteit. Onderweg zie je ze wel aangekondigd door affiches op bomen .
Onderweg vandaag mooie gele bloemen, veel vlinders en weer kwartels gehoord
Boven aan gekomen gingen we door het bos naar beneden naar het stuwmeer, een heel lange afdaling, 800m over gemakkelijke paden.
Na de stuwdam een stukje omhoog tot je bij een plek met mooi uitzicht over het meer kwam, waar je wat kon gebruiken.
Aan de andere kant weer omhoog naar het dorp Grandas de Salime. Inmiddels was het goed warm, maar na cola in de schaduw bij de kerk besloot ik met nog een paar mensen nog 5 km door te lopen naar het volgend dorp, Castro.
Een heel klein dorpje, met een perfecte particuliere herberg, waar je ook een gezamenlijke maaltijd kon gebruiken. Heel gezellig. Alleen niet goed geslapen: lag op de kamer met 3 mannen, er werd gesnurkt en gepraat in de slaap. Hierdoor kon ik niet slapen. En toen ik eindelijk sliep schijn ik zelf gesnurkt te hebben. Ik schrok wakker toen de duitser boven me met zijn arm naar beneden kwam en me een douw gaf, en op boze toon tegen me praatte. We hebben daarna nooit meer samen op een kamer gelegen, 1x zag hij dat ik me ergen geinstalleerd had en vroeg toen of er een andere kamer was. Verder geen klachten over snurken gekregen.
Maandag 29 juni: naar A Fonsagrada
Vandaag passeren we de grens tussen Asturië en Gallicië. De Spanjaarden willen vroeg op pad om voor de lunch in A Fonsagrada te zijn om pulpo te eten, een inktvisgerecht wat beroemd is in de streek. Maar eerst nog wandelen.
Eerst stijgen , door de mist tot boven de wolken.Vlak na de grens met Gallicië koffiestop in een bar. Schoenen aanhouden.
Vrij saaie wandeling en vooral ook erg warm. Dan ook niet zo’n lange etappe gemaakt, 22 km.Gelukkig was er onderweg nog ergens een automaat bij een boerderij, waar je wat te drinken kon kopen en uit de zon zitten. Dit soort automaten, waar je van alles kon kopen, kwamen we hierna vaker tegen.
Erg moe door de extreme hitte. Dus een hotelkamer genomen in Pension Cantabrico, waar ook een albergue is. Prachtige kamer , heerlijk bed, lekker koel, ontvangst met icetea, maar siesta zat er niet in: voor de dag er op waren werkzaamheden gepland, dan zou de herberg dicht zijn. Maar de bouwvakkers gingen onverwacht vandaag al met drilboren aan de gang. Mart logeerde in de albergue, kreeg een gratis upgrade naar een kamer op andere verdieping, en ik kreeg mijn geld terug, heb dus gratis geslapen. Goed ook, want ’s nachts was het rustig. Ben maar pulpo gaan eten op terras. Had het 1x eerder gegeten, toen vond ik het vies. Nu niet meer, maar wel nog steeds beetje griezelig, dus maar de helft op gegeten.
Dinsdag 30 juni 2015: naar Castroverde
Weer om 6.30 vertrokken. Niet mistig, al aardig warm, maar nog niet te erg. Mooi licht over de velden. Prachtige leistenen daken. Natuurlijk weer omhoog richting windmolens.
12 km gelopen tot Paradavella, waar een uitstekende bar meson is voor ontbijt met koffie en een bocadillo. Voor anderen (het is nog geen 10 uur) betekent dit tijd voor een biertje (de italianen uit Ticino )
Heb er precies 3 uur over gedaan om hier te komen. 10 uur weer op pad: eigenlijk is het al te warm om te lopen, maar nog maar even door. Het wordt steiler en erg warm. Maar onderweg vandaag heel veel barretjes , ik stop onderweg nog een keer voor cola.
In Cadavo Baleira besluit ik voorlopig te stoppen, het is te warm. Dus de herberg in (eerste keer dat ik weer in zo’n moderne gallicische herberg van de Xunta logeer), spullen neergezet en gaan lunchen met 4 jonge spanjaarden. Gelukkig kunnen de mannen een beetje engels. Terug naar de herberg, de beheerster is gearriveerd, dus inschrijven, stempel in je pelgrimspaspoort, 6 euro betalen, douchen, kleren wassen, siesta.
Daarna besloten nog 8 km verder te lopen naar volgende dorp Castro, totaal 34 km deze dag. Daar kom ik uitgerust aan. Snel douchen, douche is inmiddels wel vies, overal lange damesharen. Waarom ruimen mensen niet even op vraag je je af. In een perfecte alimentari lekker wat te eten gehaald en dit in de herberg opgegeten. Gezellig met elkaar gekletst. Gelukkig hoefde ik niks te koken, een prachtige grote keuken maar weer slechts 1 pan en geen bestek. Dat is altijd in dit soort herbergen van de Xunta, terwijl de meeste pelgrims geen pannen meeslepen. Wat wel prettig is, is dat je altijd een papieren onderlaken en sloop krijgt. Ik heb slaapzak mee, maar slaap er steeds boven op, het is te warm.
Woensdag 1 juli 2015: naar Lugo
Heb slecht geslapen door alle geluiden om me heen, we sliepen met z’n allen op 1 slaapzaal. Ramen stonden wel open, maar het was heel erg warm. Heb dan ook besloten om morgen een rustdag te nemen in Lugo: kamer voor me alleen, geen sanitair delen, goed slapen en stadje bekijken.
Onderweg miezert het een beetje, hierdoor niet warm, wat prettig is. Geen bar onderweg, wel automaten met van alles, waaronder warme chocolademelk. In Spanje heet dat colacao. Je kunt dat bij ontbijt krijgen. Het duurde even voor ik begreep, dat dit geen cola was.
Onderweg een aantal kruisbeelden, met aan 2 kanten een beeld en een verlaten dorp .Verder in dit gebied meer melkvee, terwijl je eerder meer vleeskoeien zag.
Schapen had ik nog niet gezien, dit itt in Extramadura. Vlak voor Lugo echter een schaapherder.
Om 13 uur was ik bij het hotel in Lugo, 23 km gelopen. Heb wat bagage , waaronder mijn slaapzak , terug gestuurd, om de rugzak lichter te maken. Desnoods maar een keer met kleren aan slapen, als het toch kouder wordt en er geen dekens zijn. Ik zie wel meer mensen dat doen. En een schoon onderlaken heb je in Gallicië in de albergues eigenlijk altijd. Gamaschen en regenbroek kunnen ook weg, en nog een paar lichte dingen. Rugzak weegt nu nog 8 kg zonder drinken, dat is prettig als het zo warm is. Zag meer mensen op het postkantoor hetzelfde doen
Ik logeer in hotel Espana, een eenvoudig hotel, vlak bij de Romeinse stadsmuur. Eerst siësta , daarna rondje door de stad gelopen en heerlijk tapas gegeten met glas wijn. IJsje toe. ’s Avonds regen.
Donderdag 2 juli 2015: rustdag Lugo
Lugo was in de tijd van de Romeinen de hoofdstad van de provincie Galicië. De 2130 m lange Romeinse stadsmuur uit de 1e en 2e eeuw omringt nog steeds het oude centrum. Je kunt er overheen wandelen, en dat heb ik dan ook een paar keer gedaan. Er zitten een aantal poorten in, waaronder de poort van Santiago.
De kathedraal staat vlak bij de stadsmuur. Deze vond ik niet zo bijzonder, beetje allegaartje aan stijlen.
Ik bezocht in Lugo het Museo Provincial, wat deels in een deel van een voormalig klooster, deels in nieuwbouw gevestigd is. Het is de moeite van een bezoek waard, als je een rustdag neemt. De kiezelvloer van de kloosteromgang is erg mooi (deed denken aan de stoepjes in Elburg), de collectie zonnewijzers heel bijzonder, en zo zijn er meer mooie dingen te zien, die vertellen over de geschiedenis van de regio
Verder natuurlijk lekker op een terrasje zitten op het Praza Maior met koffie en wat lekkers erbij, ondertussen kijkend naar andere mensen, of kranten lezend op de iPhone, die ik via wifi gedownload heb. In de loop van de dag krijg ik dan echter ook weer de kriebels, ik wil verder.
Vrijdag 3 juli 2015: naar Ponte Ferreira
Weer om 6.30 vertrokken. Het is lekker koel, zal de komende tijd ook koeler blijven. Terrein is veel vlakker, ik heb de stokken vastgemaakt op de rugzak en ook niet meer gebruikt. Al met al makkelijker lopen.
Onderweg een oude schaapherder, die een stuk achter zijn schapen aan kwam , de beesten wisten de weg en liepen een stuk voorop.
Onderweg vaak wel een fonteintje, al dan niet met drinkbaar water. Kerkhoven zien er ook heel anders uit dan bij ons.
Ik kom nu weer andere mensen tegen, omdat ik een rustdag genomen heb. De Finse Anna, die ik in de bar, waar ik ontbijt ontmoet, zal ik tot het einde van mijn tocht dagelijks tegen komen, ze loopt heel licht, maakt gemakkelijk contact met iedereen. Waar ik een herberg met kleinere slaapzalen prettig vindt, houdt zij juist van de drukte. De Camino Primitivo was haar eigenlijk wat te rustig.
We lopen door glooiend en groen landschap. Onderweg een heel mooie herberg, maar die is echt te vroeg.
Ik besluit in Ponte Ferreira te stoppen,25 km, eigenlijk ook nog te snel, want het loopt nog prima. Maar deze herberg wordt zeer aangeprezen en terecht. Prachtig ziet het er uit, zeer schoon, comfortabel, combinatie van traditie en design.
’s Avonds heerlijk met elkaar eten aan een lange tafel: salade, paella, en een toetje. Een internationaal gezelschap uit voorzover ik me herinner in elk geval Finland, Russen uit Estland,Polen (2 vrouwen en een meisje van 8, die wat kleinere etappes liepen) Frankrijk, Spanje, en Duitsland .
Zaterdag 4 juli 2015: naar Ribadiso
Deze dag 32 km gelopen, waarbij ik ’s ochtends nog op de Camino Primitivo liep, waar het rustig is, en s middags verder ging over de Camino Frances. Het was niet warm meer, zo’n 25 graden maximaal.
Onze hospitaliero’s hadden briefjes opgehangen, of je hun hond niet mee wilde laten lopen. Deed me denken aan mijn eerste aankomst in Santiago, toen een herdershond de laatste dag met mij meeliep, was niet tegen te houden. Ook eerder op een tocht een herdershond tegen gekomen, die altijd een etappe mee liep en dan door de eigenaar weer werd opgehaald.
Ging even miezeren.Even de hoezen over de rugzakken heen.
Bij het naderen van Melide, het punt waar de Camino Primitivo en de Camino Frances samen komen, zag je steeds meer affiches om herbergen aan te bevelen.
En vanaf Melide, waar ik tegen het middaguur was, werd het veel drukker. Zag je anders ca 20 mensen op een dag, als je nu aan de kant ging zitten (bijv om zoals ik deed bij een openbare wasplaats je voeten even te laten afkoelen in het water) zag je in 5 minuten meer dan anders op een hele dag voorbij trekken, hele groepen tegelijk, vaak zonder bagage, die werd vervoerd. De Camino Frances is dan ook het meest meest populair, en verder is het ook zo, dat veel Spanjaarden alleen de laatste 100 km lopen, wat voldoende is voor een Compostella, het bewijs dat je de tocht hebt afgelegd.
Onderweg zijn heel veel barretjes en albergues. Ik herkende dan ook niet veel van toen ik hier in 2002 liep. Toen regende het, liep je over een weggetje met keien, koeienstront en waterstroompjes, nu waren het brede, vlakke paden met gravel.
Het liep gemakkelijk deze dag, dus ik besloot door te lopen tot Ribadiso. Daar had ik in het verleden ook gelogeerd . En deze mooie herberg herkende ik nog wel. Alleen was er een restaurant en nog een herberg bij gebouwd. Nu kon je dus bij de buren gaan eten.
Rechtsboven zie je mijn bed, je kreeg een bed toegewezen. Heb slecht geslapen, want ik sliep vlak bij de deur naar het toilet buiten, en er kwamen mensen van boven, beneden, en van mijn eigen verdieping langs mijn bed. Hier waren ook geen dekens, dus geslapen met kleren aan, door de deur die steeds open ging was het behoorlijk fris.
Zondag 5 juli 2015: naar Lavacolla
Deze dag had ik door kunnen Lopen naar Santiago de Compostella, het was nog ongeveer 40 km. Dan was ik daar echter eind van de dag pas, terwijl het heel druk in de stad was, en zou ik pas de volgende dag naar de pelgrimsmis kunnen. Daarom koos ik er voor om te lopen tot Lavacolla, een hotelkamer te nemen, om dan de volgende ochtend vroeg en goed uitgerust aan te komen in Santiago de Compostella. Het hotel , wat ik via Booking.com geboekt had, bleek niet bijzonder, verder werkte het plan wel goed uit.
Eerst liep het wel vlot, later werd het toch nog aardig warm. De paden waren saai, en er waren veel pelgrims, al zie je dat niet op de foto’s.
Maandag 6 juli 2015: naar Santiago de Compostella
Om 6.30 weer op stap, om 9 uur was ik bij de kathedraal. Onderweg was het nog relatief rustig, zo ook bij aankomst, wat prettig was. Dus geen lange rij om je te laten inschrijven bij het pelgrimsburo. Ik had vooraf een bed geboekt in een privé albergue in het centrum, kamer voor 4 personen. (Albergue Azabache) , mooi oud pand, ruime kamers met balkon. Alleen de badkamer moest met te veel mensen gedeeld worden, en wat maken sommige mensen er een zootje van. Dat is dan altijd weer een van de dingen, die ik waardeer, als ik thuis ben. Ook is alles in Santiago duurder dan buiten de stad.
De kathedraal staat in de steigers. Het beroemde Portica de la Gloria zijn ze ook nog steeds aan het restaureren.
Er kwamen grote groepen tegelijk aan, jongeren hand in hand en op blote voeten.
Bij de kerk kom je dan weer mensen tegen, met wie je de afgelopen tijd opgetrokken bent, zoals dit spaanse echtpaar, en de russische esten en de finse. Even op de foto.
Bij de pelgrimsmis had ik een mooi plekje naast een amerikaanse vrouw. Er zong jammergenoeg een andere non dan de vorige 2 keer, dat ik het bijwoonde. Verder is het theater: het grote wierookvat zwierde door de kerk, een groep Italiaanse pelgrims had er voor betaald.
Nog een rondleiding gehad op het dak, wel aardig, hier was ik nog niet eerder geweest.
Daarna heerlijk tapas gegeten op een terras. Zat ik toevallig naast een mevrouw uit Deventer, die weer een pelgrim uit Vaassen kende. ’s Avonds nog een goede daad gedaan: de francaise, die bij mij op de kamer sliep, vroeg mijn hulp. Een mevrouw van een andere kamer was in paniek, de francaise dacht dat ze bang was voor een man, maar begreep haar engels niet zo goed. Deze bulgaarse vertelde dat er een beest op hun slaapkamer zat, waardoor haar kinderen niet durfden te gaan slapen. En nee, het was geen spin, het vloog. Was het dan een vleermuis? Nee , het was een seahorse. Waarop ik zei, dat die in de zee zwommen, en niet in slaapkamers rond vlogen. Ben dus gaan kijken, zaten 2 bange kinderen op een stapelbed, wezen naar de lamp bij het andere bovenbed. Daar zou het beest in gevlogen zijn. Stofzuiger laten ophalen, en aan de moeder geadviseerd om op het bed te klimmen en het beest op te zuigen. Dat durfde ze dus niet, dus heb ik het maar gedaan. Zag er uit als een groot soort libelle. Men was mij erg dankbaar en vond mij erg dapper.
Dinsdag 7 juli 2015: naar Vilaserio
Niet zo goed geslapen, spaanse mevrouw kwam laat en ging om 5 uur al weer pakken om haar vlucht te halen naar huis. Dus vroeg uit de veren, een kroeg gevonden waar ze al open waren voor ontbijt, en toen de stad uit. Anna kwam me al snel achter op, maar die loopt zo snel, dus eigen tempo lopen, ik kom haar wel weer tegen. Eerst een wat steil stuk, verder gemakkelijk lopen, oa door eucalptusbos.
Erg mooi was het bij Ponte Maceira. Hier heb ik een hele tijd rondgelopen om foto’s te maken. Prachtige plek
Daarna door naar Negreira, daar vond ik het echter te druk om te blijven. Dus door gelopen, onderweg weinig pelgrims meer gezien.Beetje motregen gehad, niet de moeite waard.
Ook op deze route herbergen genoeg, en ze staan, als ze nog niet in je routegidsje staan, wel onderweg aangegeven. Ik gebruikte overigens weer een Duits outdooor gidsje van Raimund Joos , deze vind ik altijd de beste en dat werd door andere Nederlanders beaamd.
In Vilaserio (37 km gelopen) was een nieuwe particuliere herberg bij een bar, dus slapen in de herberg en eten in de bar. De slaapzaal liep geleidelijk vol. Er was ook een duits echtpaar met zoon van 8-9 jaar oud. Ben vaker kinderen tegen gekomen, meestal helaas echter alleen, muv een deens echtpaar met 2 kinderen. Deze jongen kwam in Finisterre weer tegen, had ruim 200 km gelopen, knap.
Woensdag 8 juli 2015 : naar O Logoso
Heb inmiddels een beetje een planning gemaakt, en de terugreis geboekt. De beste verbinding heb ik, als ik op zaterdag terug reis, kan dan rechtstreeks van Santiago de C naar Schiphol vliegen, dus hoef ik me niet te haasten. Vandaag dan ook maar 24 km gelopen tot O Logoso, waar ik in een nieuwe herberg logeer.
Eerst over rustige weggetjes. Ontbijt in de uitstekende Bar Pepe, was er zo lekker, dat ik nog maar een croissant en jus d’orange en koffie nam. Na het oversteken van de rivier bij Ponte Oliveira een pad langs de helling. Je komt hier aardig wat mensen tegen, die het rondje afmaken, en terug lopen naar Santiago. Ben overigens op de hele route dit jaar regelmatig “teruglopers”tegen gekomen, dat was eerder bijna nooit het geval.
Sommige ontmoetingen blijven je bij: ik hoor acher mij iemand met stokken naderen, driftig looptempo, heeft haast. Het blijkt een Franse dame, die eigenlijk een dag tekort tijd heeft. Ze snelt mij voorbij. Een stuk verder zie ik haar weer. Ik denk dat ze de markering gemist heeft, wenk welke kant ze op moet. Nee, dat is het niet : “hond “zegt ze, ze is bang voor honden en verderop ligt een grote herdershond rustig op de weg. Aan mijn veilige kant loopt ze mee, de hond blijft rustig liggen, even een oor omhoog. Ik verwacht dat ze nu wel weer zal gaan rennen, maar dat is niet het geval. Nog een hond in de verte. Als we die ook voorbij zijn, gaat ze er weer vandoor.
En dan ineens, zie je de zee. Ik liep er echter nog niet naar toe, over de weg, langs bos. Onderweg werd de mogelijkheid van taxivervoer aangeboden. Nou nee, dat was niet nodig.
Een drinkstop op een kerkhof, altijd een rustig plekje om te pauzeren. Daarna was het niet zo ver meer, naar mijn overnachtingsadres.
Gelukkig dat ik had gezien, dat ze 1 kleine 4 persoonskamer hadden en heb ik hier specifiek om gevraagd. Heb hier prima geslapen met een oudere Amerikaanse man met zijn zoon, en een Duitse jonge vrouw. Er kwam ook een grote groep jonge Spaanse scouts, die de 2 grote kamers vrijwel volledig bezetten. Daar was het een stuk minder rustig. Fijne herberg verder, superschoon. Ook prima gegeten en verder dus helemaal niks gedaan dan praten met een Koreaan (Kyu Rac), Duitse (Julia) en Amerikaan (Grant) . Totale onthaasting.
Donderdag 9 juli 2015 : naar Muxia
Een makkelijke wandeling over bospaadjes, langs weilanden en maisvelden richting de zee. Onderweg koffie in een prima barretje, waar de eigenaar heel erg vriendelijk en behulpzaam. Zijn oude moeder maakte het brood klaar, de oude vader hield toezicht. Zijn vrouw kwam hem de pantoffels nog even goed aantrekken.
En dan ineens is daar de zee, heel verrassend.Toch duurde het nog even voor ik in Muxia was.
Eerst naar de albergue, een portugees had mij een nieuwe herberg aangeraden, Bella Muxia. Alles was hier ook piekfijn in orde, schoon, goede bedden, goed sanitair, kluisjes, een eigen stopcontact en lampje bij je bed, en gratis maaltijd bij aankomst (pasta met oa inktvis).
Na de siesta gelopen naar de kerk op de indrukwekkende rotskust, de Virgen della Barca. Volgens de legende verscheen de Heilige Maagd in een schip van steen aan Jacobus toen hij tijdens de kerstening de moed dreigde te verliezen.
Totaal deze dag incl. het 2x (’s middags en ’s avonds ) naar de kerk lopen 35 km gelopen.
Vrijdag 10 juli 2015: naar Finisterre
De laatste loopdag. Had tevoren verwacht dat we langs de kust zouden lopen, maar dat is niet het geval,zo heeft de eigenaar van de bar, waar ik gisteren ontbeet, me op een kaart laten zien. De zee zie ik dus even aan het begin en dan pas weer aan het einde. Dat vont ik wel jammer. Het was bos, veeteeltgebied, en over een hoogvlakte met mist.
Wat minder goed gemarkeerd , maar toch niet verkeerd gelopen .
Onderweg een bar, waar je de andere pelgrims dan weer tegen komt.Alleen zijn mensen tegenwoordig soms ook erg druk met hun smartphone, want er is wifi.
Na de koffie weer verder door het groene landschap.
Onderweg kwam ik deze wensboom tegen.
En dan is het niet ver meer tot de kust en het vissersdorp Fisterra. Wat is de zee prachtig van kleur.
Een paar mensen hebben mij de Albergue Do Sol aangeraden. En terecht, wat een mooie plek, zo pal aan zee, met terras met uitzicht op zee.
Na het opfrissen eerst lekker langs de zee gelopen, met de voeten door het water. Natuurlijk zocht en vond ik ook sint Jacobsschelpen. Vervolgens het dorp in om rond te kijken, een boodschap te doen, en een bewijs halen, dat ik hier te voet ben aangekomen (deze pelgrimstocht heeft me een Compostella opgeleverd, maar ook een Muxiana, en een Fisterrana)
’s Avonds naar de vuurturen op Cabo Finisterre gelopen. Vroeger dachten ze , dat hier de wereld eindigde, dat het rijk van de doden en van de levenden hier contact met elkaar hadden.
Pelgrims verbrandden hier traditioneel na zonsondergang kleren, of schoenen. Ook nu waren er mensen die wat wilden verbranden, oude sokken, of een brief. Ik hoefde dit niet zo nodig, het er geweest zijn was genoeg.
Ben voordat het donker werd terug gelopen (totaal deze dag 45 km) . Het werd deze keer geen spectaculaire zonsondergang. Ach, die heb ik vaak genoeg gezien (het mooiste op de Lofoten) , en ik wilde voor het donker terug zijn, geen zin om op het laatst nog te struikelen.
Nog even op een terras aan zee zitten mijmeren met een drankje.
Wat heeft het me gebracht deze keer : vooral onthaasting en innerlijke rust, zoals altijd als ik meerdere dagen aaneen loop. Elke dag bijna zelfde ritme, leven in het hier en nu. Een en al mindfulness dus. En de bijzondere ontmoetingen, het open staan voor elkaar.
Waar zal een volgende tocht mij brengen? Ik verwacht niet nog een keer naar Santiago te lopen, maar er zijn nog genoeg doelen over. Misschien volgend jaar Ierland?
Zaterdag 11 juli 2015: naar huis
’s Morgens nog lekker langs zee lopen, en ’s middags de reis aangevangen via Santiago de Compostella naar huis. Om 21.30 liep ik door Epe, het was een prachtige zomeravond, live jazz muziek bij de Posthoorn. Kijk met een goed gevoel terug op deze camino, maar ook altijd fijn om weer thuis te zijn.
Wil je meer lezen over eerdere Camino’s, die ik gelopen heb? Kijk dan eens naar mijn blogs over de Via de la Plata deel 1 en deel 2, en over het Jabikspaad en Jacobspad.
Dank je wel
Ik heb van je verhaal genoten, mooie foto’s ook.
Dag Koert. Fijn vooruitzicht!
De zwaarte van de primitivo kan je meevallen. De Norte gaat vlgs mij meer op en neer. Ik liep ih begin kortere etappes ivm warmte. 20-25. Kort voor Santiago en op de route naar Finisterre >35 per dag. Toen was het koeler
Luisteren naar je lichaam, dat werkt bij mij het beste
Bon camino
Dag Klaske. Ik ga volgend jaar het laatste stukje Del Norte lopen (vanaf Ribadesella) en dan de primotivo naar Santiago. De primotivo wordt als de zwaarste Camino beschouwd. Ik ben benieuwd hoeveel km jij gemiddeld per dag hebt gelopen. H groet Koert vd Bij
Dag Rob
Voorbereiding is ook al leuk
En voor volgend jaa Buen Camino
Dag Klaske,
Volgend jaar ga ik verder met mijn camino en wil vanaf El Norte de Primitivo volgen. En in de voorbereiding liep ik tegen jouw blog aan. Bijzonder leuk om te lezen. Vooral ook omdat jij ook doorgelopen bent naar Muxia en Fisterre. Dat wil ik nl. ook doen maar in andere volgorde. Bedankt voor de voorpret,
Rob Grashoff
Veel plezier Cornelia !
Ha Klaske,
heel erg bedankt voor je mooie verslag. No nonsens en heerlijk genieten. Heb gisteren een vliegticket geboekt om in mei 2019 de Camino Primitivo te lopen. Door jouw verslag te lezen was ik al even onderweg….
Groeten van Cornelia
Mooi en oprecht verhaal. Zelf heb ik in 2014 de primitivo bewandekd en via jou foto’s werd ik herinnerd aan de prachtige route. Gr. Sarah
Wat leuk Hermien . Ik wens je Buen Camino 🍀
Met dank voor het pelgrimsblog 19 april ga ik de Camino Del Nord lopen vanaf Hendaye dus dit brengt mij aardig in de stemming. Wat een prachtige foto’s weer
Echt heel mooi.
Dank voor je verhaal en foto’s. Mooi om weer een camino ‘met je mee te lopen’. Heb het verhaal in een stuk gelezen, inclusief het bekijken van je foto’s. .
Wat een tocht zeg ! Geweldig
Klaske,
Ik ben in je bestand gekomen omdat ik je blogg over de Via Plata gelezen had,
Ik ben namelijk in Valencia gestart, heb 3 dagen de Lavente gevolgd en ben toen overgestapt op de GR 7 naar Tarifa.
Vandaar over Sevilla via Ourense naar Santiago.
Voor dit gedeelte van de route heb ik je blogg als leidraad gebruikt hoewel er best wat veranderd was in de jaren.
Ik ben toen over Muxia naar Fisterra gelopen.
Aangezien je dan met volle uitrusting loopt en ik waterbehandeling spullen bij hebt is het afstaan van drinken niet zo’n probleem.
( als je naar Pola de Allande loopt kom je heel wat water tegen )
Ik ben trouwens in Deba gestopt.
Ik was toen 103 dagen onderweg en ik vond het welletjes en bovendien begon het op mijn boerderij wat te wringen zodat ze mijn hulp best konden gebruiken.
Goed plan
Heb inderdaad concert in synagoge
Tot vrijdag
Zin in
Klaske
Hi Klaske,Ik ben anderhalf uur met je meegelopen, vanaf Oviedo naar Compostella.Wat een prachtige tocht, mooie foto’s en heerlijk om mee te beleven.Zag opeens dat je rode teenagels gelakt had😉Ik vind het toch wel jammer dat Piet en ik niet verder gekomen zijn dan Vezelay.
Voor as. vrijdag wil Piet een etentje maken omdat we om 20.uur alweer bij het concert moeten zijn.Het lijkt me een goed plan als jij even belt als jouw concert (in de synagoge?) afgelopen is.Dan snel ik met de fiets naar je toe en keren we samen naar ons verblijf en na het eten fietsen we dan naar de Buitenhof.
Ik hoor wel als je dit een goeie optie vindt.liefs Piet en Guus
Date: Sun, 16 Aug 2015 18:04:52 +0000
To: guusjeheemskerk@hotmail.com
Je hebt er weer een indrukwekkend (beeld)verslag van gemaakt. Voor de ware wandelaar moet dit een fantastische belevenis zijn, lijkt me zo, ik kan daar slechts met respect naar kijken.
Leuk dat je reageert
Het was mijn derde camino, dus de startdag was wel een bewuste keuze.
De teruglopers kwam ik ook tegen, lijkt me heel bijzonder omdat je dan elke dag andere mensen ontmoet.
Wat betreft drinken: wat zullen mensen je dankbaar geweest zijn
Zelf kan ik prima zonder eten een hele dag maar ik neem altijd voldoende drinken mee
Beste,
Ik ben op 22-06-2015 Oviedo doorgelopen maar dan vanaf Santiago.
( als onderdeel van een lange route ben ik van Muxia en Fisterra terug gelopen over onder andere de Primitivo.
Je komt dan wel alle pelgrims tegen en dat heeft ook wel wat.
Nu heb ik vaak in een tentje geslapen dus de herbergen komen mij niet allemaal zo bekend voor.
Gelukkig heb je voor dat je over Hospital ging in Borres geslapen (Campiello had je ook kunnen doen)
Nu ben ik zelf over Pola de Allande gelopen omdat dat beter uitkwam ( en ik al meer dan genoeg uitgestrekte bergen had gezien op mijn eerste gedeelte )
Wat ik dus tegenkwam tussen Lago en Puerte del Pola waren veel pelgrims die met te weinig drinken aan de tocht over Hospital waren begonnen
En toen was het niet heet maar toch wel richting de 30 graden.
Ook kwam ik er nog enkele tegen die in Tineo waren begonnen.
Heb je dan een idee hoe vlug mijn drinkensfles leeg was als je die op de Puerte del Pola tegen komt ?
Je opmerking over het weer in het begin van je verslag vond ik wel een goede.
Een groot aantal pelgrims onderschat de tempratuur maar ook de grote hoeveelheid regen die er in Juli /Augustus in deze streek valt.
Nu weet ik niet of je doelbewust op 23-06-2015 ( Dinsdag ) uit Oviedo vertrokken bent maar het is wat betreft slaapgelegenheid wel mee van de beste dagen.
Als je namelijk op Zaterdag of Zondag en in mindere mate Maandag uit Oviedo vertrekt loop je op met een zeer grote groep Spanjaarden die allemaal in het weekend beginnen.
De herbergen zijn dan overvol en je loopt dan als buitenlander een beetje verloren tussen die grote groep Spanjaarden.
Na een weekje is die groep natuurlijk wat afgevlakt omdat de ene wat sneller loopt als de andere.
Als je nog eens een leuke uitdaging zoekt in Spanje kan ik je de GR 7 aanbevelen.
Hier moet je echter wel de tent en GPS op meenemen want anders wordt het niets.
Ik ook , bloggen en op iPad zomergasten
Interessant! Bijv stukje over verwoestijning deel van Vs itt WM waar ik opgegroeid ben
Maakbaar nederland, ter balkt en meer
Petje af! Knap dat het je gelukt is. Ik doe het je niet na. Een heel verhaal, weer mooi geïllustreerd met mooie beelden. Dank voor het delen. Ik ga het binnenkort nog een keer lezen en bekijken – ik zit met een half oor en oog naar Zomergasten te kijken.